HOOFDSTUK VIII DE ONZE-LIEVE-VROUWE OF BUITENKERK De oorsprong van dit kerkgebouw weten wij niet. Vermoedelijk was het aanvankelijk een nederige kapel, opgedragen aan de-Twaalf Apostelen, doch deze werd in het laatst van de 13de eeuw verbouwd en vergroot en aan Onze Lieve Vrouwe gewijd. Daarna werd ook deze kerk, evenals de Bovenkerk, door Rutger van Keulen in 1369 aanzienlijk uitgebreid en kreeg ongeveer haar tegenwoordige gedaante. Een korte beschrijving van het huidige bouwwerk moge voorafgaan. De drie beuken van deze kerk zijn evenhoog; zij behoort derhalve tot het type der zgn. „hallen kerken". Grootendeels van baksteen opgetrokken, heeft zij een westelijken, in de hoofdas gelegen toren, met kruisgewelf en in het verlengde van den middenbeuk een koor, met twee traveeën en een absis, gevormd door vijf zijden van een regelmatigen achthoek. Ook de drie beuken hebben kruisgewel ven en zijn onderling door ronde zuilen gescheiden, die van bladkapiteelen voorzien zijn. Aan het einde der twee zijbeuken bevinden zich altaarnissen. Nog speciale aandacht verdienen het noordelijk en het zuidelijk portaal en de uitgebouwde sacristie. Van het noordelijk portaal werden het lichtvenster en de deuropening hersteld, doch er blijft nog veel over, dat dringend bekwame restauratie vereischt. Wij merken hier nog fragmenten van pinakels op, maaswerk aan de blinde vensters en de interessante traptoren, van boven versierd met een zandsteenen bekroning met driehoekige frontons, die op ronde 67

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 81