schouwd worden. Hij maakte den koorbeuk 8.50
breed (derhalve 50 cM. breeder dan de breedte van
den middenbeuk en transept!) en ontwierp daarbij
een hoogte van 26,5 meter, om een harmonisch
oprijzend en geometrisch verantwoord geheel te
krijgen. Ongetwijfeld zal hierdoor ook de nieuw
bouw van den middenbeuk en het transept tot deze
zelfde hoogte opgetrokken zijn. Dit koor is ongerept
en onverzakt door de eeuwen heen, als een juweel
van Gothische bouwkunst en als staal van bewon
derenswaardige vakbekwaamheid der middeleeuw-
sche bouwers, tot ons gekomen.
De dertien kapellen, door muren afgesloten en
voorzien van kruisgewelven, zijn thans voor een
deel de rustplaats van enkele aanzienlijke, oud-
Kamper families, terwijl in één van deze een op
merkenswaardig hardsteenen doopvont opgesteld
staat.
Het aantal monumenten in de kerk is zeer gering,
daar er in den loop der tijden veel vernield en
verdwenen is. Wij willen eerst een oogenblik ver
toeven bij de herinnering aan hen, die voor Kampen
van beteekenis waren.
Het graf en de gedenkplaat van Geert van Wou,
„Gerhardis de Wou de Campis", de bekende klok
kengieter, van wien twee meesterstukken in den
toren van deze kerk hangen, de „Sint Maarten" en
de „Sint Petrus", in 1482 gegoten; een gedenkplaat
voor den schilder Hendrick Avercamp (15851634),
„de Stomme van Campen", die met zijn pittige ijs-
tafreelen over de geheele wereld beroemd werd; de
zerk en de gedenksteen van den architect en
landmeter Thomas Berendtsz, eigenlijke schepper
van de Cellebroederspoort en Broederpoort (t 10 Mei
1625); het gedenkteeken voor den vice-admiraal
Jan Willem de Winter, een Kamper jongen, die zich
als bevelvoerder over de vloot in den slag bij Kam-
65
Kampen 5