HOOFDSTUK VI DE NIEUWE TOREN Deze toren, die met zijn ranke silhouet als een baken midden in de stad tusschen de Bovenkerk in het zuidelijk deel en de Buitenkerk in het noorden, boven het stadsbeeld uitrijst, werd in de jaren 16491664 gebouwd naar de plannen van den be roemden Amsterdamschen bouwmeester Philip Ving- boons, die in de stad van zijn geboorte, als architect der grachtenhuizen, de eigenlijke schepper van het latere Noord-Nederlandsche woonhuis zou worden. Toen in September 1646 door een feilen brand, de kerk en toren van het Heilige Geestgasthuis op deze plaats verwoest waren, werden door de stedelijke overheid plannen gemaakt, op de leeggekomen plek een toren te bouwen. Aan verschillende bouwmeesters werden ontwerpen gevraagd, o.a. ook aan den beroemden Jan Adriaansz. Leeghwater, aan wien de stad in hetzelfde jaar nog over het verzakken van den Bovenkerktoren advies gevraagd had. Maar het was het plan van den welbekenden architect Vingboons, in 1648 gevraagd en ontvangen, dat aangenomen werd. Dit plan moest nog uitgewerkt worden en Vingboons werd verzocht, de algemeene leiding van het werk op zich te willen nemen. Zooals in die tijden gebruikelijk was, kocht de stad zelf voor het grootste gedeelte de bouwmaterialen, om te beginnen de balken en palen en nam zich voor, den bouw te financieren, door o.a. de opbrengst van alle boeten en breuken daarvoor te bestemmen. Het graven van de fundamentput, 50 voet lang en 42 voet breed, werd den 30sten Maart 1649 aanbe- 54

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 66