slag. Zoo zien wij daar links, tusschen raam en
schouw, de zware eikenhouten kast, overeentem-
mend met het eiken beschietwerk, doch van vele
Jaren later (1647), waarin het kostbare stadszilver-
werk werd opgeborgen, dat echter menigmaal moest
worden opgeofferd en omgesmolten tot noodmunt
of afkoopsom.
Maar laten wij nu de heerlijke schouw van Colijn
de Nole nader gaan bekijken. Haar te beschrijven
is haast niet mogelijk door den rijkdom aan details
en de veelheid van beelden en voorstellingen. Maar
wij willen het beproeven. De geheele schouw, van
bergsteen vervaardigd en nu wit geschilderd, is
bedoeld als een hulde aan Karei V, al komt de opzet
slechts in enkele details voor den dag. Zoo prijkt
boven in den top het Keizerlijk wapen tusschen
twee kolommen met zijn bekende spreuk „Plus
Oultre" en daaronder: „Carolus V Romanorum
imperator semper Augustus". De groep, geplaatst
voor de schuine schacht van de schouw, stelt
middenin de Gerechtigheid voor, onder een drie
hoekig fronton, die met het zwaard het aan haar
voeten neergestrekte geweld bedwingt. Hieronder
leest men: „justitiae gladio Martis violentia cessit",
voer het zwaard der gerechtigheid wijkt het oor
logsgeweld.
Het hoofdgedeelte van de schouw is rijk, ja haast
wat overladen versierd met beelden, leeuwen, engel
tjes en schelpmotieven. Deze rechthoekige boezem
is door pilasters en karyatiden in vier nissen ver
deeld. Links staat Prudentia, de Voorzichtigheid,
rechts de Kracht, terwijl in de twee middelste
nissen leeuwen een vaandel hoog houden, met het
Kamper wapen en de Kamper vlag. Aan de beide
zijwanden staan nog twee beelden en wel aan den
kant van de zilverkast de Vrede en aan de tegen^
overgestelde zijde de Matigheid. Onder deze vier
50