jaren van 1933 tot 1938 door nieuwe vervangen
werden, gebeeldhouwd door Joh. Polet Jr. Hoewel
deze kunstenaar gelukkig geen poging deed tot
eenige imitatie van de oude beelden, doch deze
zelfstandige en kunstzinnige scheppingen zijn,
vasthoudend aan de begrippen die zij voorstelden,
passen zij wonderwel in het geheel van de overige
architectuur, hetgeen in den loop der jaren nog zal
toenemen, wanneer de kleur nog wat meer in over
eenstemming met die van het omringende steenwerk
geworden is. De oude beelden werden in de boven-
ruimte van de Cellebroederspoort ondergebracht,
waar zij op de oude gebeeldhouwde consoles en
voorzien van de baldakijnen tegen den westwand
opgesteld zijn. Deze oude beelden stammen volgens
de stadsrekeningen uit verschillende perioden en
zijn nog slechts de restanten van diegene, welke
eertijds „rontomme het Raethuus" waren aange
bracht en die bij een latere verbouwing, alle aan
dezen westgevel van het Raadhuis geplaatst wer
den. Zij leden reeds zeer door den hevigen brand,
die in 1543 van 4 op 5 Februari, op Vastenavond,
uitgebroken door het te harde stoken in het „waeck-
huijs" beneden, het Raadhuis grootendeels in asch
legde, zoodat slechts een deel der muren overeind
bleef staan. Alleen de Schepentoren bleef behouden,
waarvan echter de spits en het bovengedeelte ver
nieuwd moesten worden.
Bij het herstel van den westgevel werden na den
brand renaissance vormen toegevoegd aan de be
houden gebleven gedeelten, zoodat wij bijv. in
de onderste kruisvensters, eenvoudig vierkant,
nog de gothische periode herkennen, terwijl de
daarboven aangebrachte vensters alle reeds van
een renaissance profileering voorzien zijn. Deze
mengeling van gothische en renaissance-motieven
treffen wij ook in het rijke maaswerk langs den
43