schoorsteenen ver boven het geboomte uit. De tegenwoordige Buitensociëteit op deze plaats dateert van 1835 en werden de omliggende gronden tot plantsoenen aangelegd. In den loop der jaren verloor de stad als vesting alle beteekenis en op 16 Maart 1809 werd door Lodewijk Napoleon, bij zijn bezoek alhier, bepaald dat o.m. deze vestingwerken stadseigendom zouden worden. Hierna werden deze in de jaren 18301834 geslecht en de „bolwerken" veranderd in straten, singels en plantsoenen. Deze laatste werden door den bekenden tuinarchitect J. D. Zocher ontworpen en later door Leonard A. Springer uit Haarlem, met veel smaak uitgebreid en verfraaid, zoodat wij nu nog kunnen genieten van wat deze kunstenaar met vooruitzienden aesthetischen blik voor de toekomst schiep. Van die oude omwalling zijn, be halve de enkele poorten, ook hier en daar brok stukken van den stadsmuur behouden gebleven, waarop nog het servituut rust, dat deze bij even- tueele verbouwing van belendende perceelen, niet lager dan tot 3 meter hoogte mogen afgebroken worden. Het aardigste overblijfsel is het z.g. „St Nicolaastorentje", dat vroeger den stadsmuur langs de Buitenhaven sierde en nadat het daar verwijderd was, jarenlang in den tuin van het huis aan den Burgwal, de tegenwoordige R.K. pastorie, stond opgesteld. Hiervan werd het tenslotte overgebracht naar het plantsoen en geplaatst pp een hoogte bij het vroegere „Bolwerk". Verdere uitbreidingen von den niet meer plaats, behalve de bovengenoemde in het zuiden van de stad (Kampen-Zuid) en nog steeds vormen de singelgrachten om de plantsoenen de nu vreedzame begrenzing van Kampen aan de landzijde. 29

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 32