standig met den Deenschen koning onderhandelde
over paspoorten voor haar kooplieden.
Helaas kon deze verbetering in de jaren 1528 tot
1568 om twee redenen niet blijvend zijn. Allereerst
hadden zich de hydrografische omstandigheden in
zeer ongunstigen zin gewijzigd.
Het betreft hier het minder bevaarbaar worden der
IJsselmonden door verzanding, dat, in het laatst
van de 15de eeuw voor het eerst geconstateerd en
samenvallend met den grooteren diepgang der
schepen, een dreigende belemmering vormde voor
het intensieve scheepvaartverkeer. Waar dit, on
danks alle genomen energieke maatregelen van het
stadsbestuur,dat door de jaren heen geen kosten
of moeite schuwde, om aan het verbijsterende
onheil te ontkomen, ook mede tot den ondergang
van Kampen op handelsgebied leidde, willen wij er
hier in het kort bij stilstaan.
Het ongeluk werd aanvankelijk toegeschreven aan
„verdrogen" en hiertoe werden drie monden van
den IJssel ten zuiden van den tegenwoordigen
Ketelmond afgedamd, opdat de stroom een beteren
weg zou kiezen. Het gevolg was, dat inderdaad het
Regte Diep werd uitgeschuurd en een groot aantal
met koren beladen schepen van dien waterweg ge
bruik kon maken, zoodat men zich voornam van dit
Regte Diep (of Danckers Diep) den hoofdwaterweg
te maken. Het bleek echter spoedig een lapmiddel
en toen bovendien in de 16de eeuw Kampen opnieuw
verwikkeld werd in eenige buitengewoon ongunstig
verloopende twisten en oorlogen, werd de welvaart
geknakt en veranderde de verbazingwekkende bloei
in een achteruitgang, die door niets meer te stuiten
scheen.
De gemeenslieden klaagden aan' den Bisschop „wij
hebben ene stat de is neringheloes", de handel op
het Noorden verviel bijna geheel door veranderde
17
Kampen 2