lei redenen wijzigden, begonnen de Hollandsche
steden en vooral Amsterdam haar boven het hoofd
te groeien. De grooter wordende handelsschepen met
meer diepgang zochten bij voorkeur hun weg over
de open zee, de beteekenis van de eigen Hollandsch-
Zeeuwsche haringvangst nam van jaar tot jaar toe
en door de verovering der Hollandsche graven van
West-Friesland beheerschten de Hollandsche steden
de Zuiderzee.
Het is opmerkenswaard dat juist in die jaren van
de 15de eeuw, als Kampen de terugslag van die ge
wijzigde omstandigheden ernstig begint te onder
vinden, zij zich nauwer bij de Hanze wil aansluiten
en dringend vraagt om lid te mogen worden. Van
toen af aan zou haar lot steeds met dat van de
Hanze verbonden blijven. Zoo beproeft zij in de
volgende jaren aan de zijde van den stedenbond al
het mogelijke om de positie van de oost-nederland-
sche en noord-duitsche steden zoo krachtig mogelijk
te handhaven tegenover de groeiende concurrentie
der Hollandsch-Zeeuwsche steden.
Maar ook de binnenlandsche onlusten en oorlogen,
als die van Karei van Gelre en de Bourgondiërs,
waardoor alle verkeerswegen zoowel te land als te
water geblokkeerd werden, het achterland verarmd
en verwoest werd en de stad voor haar verdediging
groote uitgaven moest doen die haar kas volledig
uitputten, was de oorzaak van een nedergang, die
zich vooral in de beginjaren van de 16de eeuw,
van 1515 tot 1528, in snel tempo voltrok.
Eenmaal echter opgenomen in het groote rijk van
Karei V, leek het alsof met de weergekeerde rust
en orde ook de stad zich langzamerhand zou her
stellen. Toch was ook nu weer haar houding eigen
aardig, daar zij wel Karei V als souverein erkend
had, doch aan den anderen kant, nu als Hanzestad,
bijzondere privilegiën bezat, waardoor zij b.v. zelf-
16