Ook in den titel van dit boekje legden wij den band
vast tusschen Kampen en deze sterkste middel-
eeuwschen" stedenbond, omdat, afgezien van het
officieele lidmaatschap,, de nauwe relatie tusschen
beide reeds vanaf de vroegste tijden van haar zelf
standig bestaan aan Kampen de gelegenheid gaf
tot een eigen echt-stedelijke cultuur. Dit in een tijd,
dat de meeste andere steden van ons land, als b.v.
m Holland (Amsterdam), nog een uitgesproken
landelijk karakter droegen. „Het is daarom geen
toeval", schrijft Dr Jan Romein, „dat de eenige
middeleeuwsche stadskroniek, die wij in Noord-
Nederland over hebben er juist een van Kampen is
(tweede helft 15de eeuw)".
De souvereine positie van de stad en de wisselende
machtsverhoudingen waren oorzaak, dat de stad
zich ook op politiek terrein levendig moest bewegen.
Hierbij sprak het vanzelf, dat die welvaart door
velen met leede oogen werd aangezien en dat, met
den bloei en groei der stad, de moeilijkheden met
concurreerende handelssteden, jaloersche vorsten
en naijverige buren in gelijke mate toenamen. Te
dien einde werden bondgenootschappen gesloten,
troepen geleverd, gewapende schepen uitgerust en
de stad met muren en torens versterkt. Deze eigen
lijk nimmer eindigende strijd en oneenigheid kostte
veel bloed en goed.
Doch Kampen in haar grooten bloei als handelsstad
had de zwakke plek, dat zij geen handelscentrum
was geworden, doordat zij in die jaren een achter
land miste, waaruit zij bij verandering van omstan
digheden steeds nieuwe krachten kon putten. Het
was een stad, die door de bovengeschetste positie
als doorvoerhaven en stapelplaats dien ongekenden
bloei gekregen had, daar de handelswegen in die
jaren voor haar zoo'n gunstigen loop hadden. Toen
deze zich nog geen tweehonderd jaar later om aller-
15