alleen op het Noorden en het Oosten oriënteerden zich de vooruitziende handelslieden van deze stad. Toen in 1276 Floris V Dordrecht de plaats wilde laten innemen van Brugge als centrale markt voor de Noord-Nederlandsche Hanzesteden, verkreeg ook dadelijk Kampen het belangrijke privilege om daar handel te mogen drijven. Op deze wijze werd Kampen een knooppunt van doorvoerhandel en een overlaadstation, waardoor zij een zelfstandige positie verwierf, die.haar er nog vele jaren van afhield ook metterdaad het lidmaat schap van het Hanzeverbond te verwerven. Haar handelsvrijheid in Noorwegen verwierf zij in 1289, terwijl koning Erik Menved van Denemarken den „mercatores de Campen" in 1298 het voorrecht verleende om bij schipbreuk hun goederen te mogen redden, die volgens het toenmalige strandrecht anders verloren geweest zouden zijn. Zoo breidde de invloedssfeer van de stad zich uit en wist zij zich een complex privilegiën en voorrechten te verschaffen, die haar welvaart bevorderde en den bloei van de stad een ongekende hoogte deed be reiken. De handelsbetrekkingen breidden zich niet alleen over geheel Noord-West Europa uit, doch ook naar het Zuiden, naar Spanje en Portugal, en Kampen bekleedde weldra een bevoorrechte machtspositie, die de leden van het stadsbestuur als gastheeren en gunstverwervers liet verkeeren met vorsten en koningen. In den zomer van 1475 kwam Koning Christeem I, onverwacht Kampen met een bezoek vereeren, verbleef hier acht dagen, vulde zijn beurs, die door de lange reis (hij had te Rome een eeuw feest helpen vieren) plat was geworden, met 1200 geleende rijnsguldens en reisde tevreden door, nadat hij de stad vrijdom van tollen te Helsingör en in den Sund had toegezegd. 11

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 14