oude Kampen nog van allerlei op, dat vermelding
of breedere uiteenzetting waard zou zijn. Doch wij
willen het hierbij laten.
Zonder ook maar in eenig opzicht afwijzend te staan
tegenover al wat een komende tijd door gewijzigde
levensomstandigheden aan noodzakelijken nieuw
bouw en stedebouwkundige veranderingen zal mee
brengen, zoo moge dit alles geschieden in het besef,
dat het hier een stad betreft met kostelijke mani
festaties van een grootsch verleden, voor het behoud
waarvan een liefdevolle omzichtigheid steeds weer
vereischt zal zijn.
Moge de heemschut-gedachte daarbij nimmer ver
geten worden en den juisten weg aanwijzen.
118