Het kind trof het ongelukkige lot doofstom geboren te zijn, zoodat hij reeds spoedig, toen zijn werk bekend werd, den bijnaam van „de stomme van Campen" kreeg, waaronder hij steeds in de kunst geschiedenis bekend bleef. Door het vroegtijdige verlies van zijn vader, werd zijn opvoeding grooten- deels door de zorgen van zijn moeder Beatrix Peters Vekemans geleid, die des te liefdevoller was, nu het kind door zijn gebrek buiten de maatschappij en het gewone leven gesteld werd. Zijn aangeboren begaafdheid voor teekenen en schilderen wees den weg, waarlangs dit leven zich zou voortbewegen en hieraan danken wij de landschappen met figuren, meest ijstafereelen, atmospherische en coloristische meesterwerken, waarmee hij zich één der eersten van onze grootsche, 17de eeuwsche landschapkunst toonde. Het is wel zeer te betreuren, dat Kampen geen werk van dezen meester bezit. Een fijn schil derijtje van hem, een ijsvlakte met figuren, dat zich tot 1908 hier ter stede in de verzameling van Mevr. Lemker-Müller bevond, kwam na haar overlijden in de collectie van Mevr. Kröller-Müller. Het toenmalige stadsbestuur toonde zelfs geen vleugje van den vroegeren burgerzin, om dit kostelijk stukje voor de Kamper gemeenschap te behouden! Gelukkiger zijn wij met Hendrick's neef Barent Avercamp (16121679), van wiens hand een voor Kampen topografisch en historisch belangrijk stuk in de burgemeesterskamer ten stadhuize hangt. Barent, wiens werk jarenlang voor dat van zijn oom doorging, mede door hetzelfde onderwerp, ijstafereel met figuur, toont ons Kampen in al haar schoon heid op een winterschen dag, als achtergrond van den dichtgevroren IJssel, waarop zich vele schaat senrijders bewegen, arresleden rijden en op den voorgrond een groep mannen staat, ongetwijfeld notabelen van de stad en als portretten bedoeld. 103

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 123