zijn voor een deel verknoeid. Steenen met jaar tallen zijn gekalkt. Het aardigste bouwwerk is het smaakvolle raadhuisje van 1637 met zijn hoogen trapgevel. „Doet wel en Vreest Niemant", lezen wij boven de deur. In de secretarie bevinden zich een paar schilderijtjes uit de 17de en 18de eeuw, die het slot Windenburg in welstand voorstellen. Hier halen we ook den sleutel van de kerk, waar in we allereerst de grafmonumenten moeten be wonderen in het Zuidelijke koor. We hebben na melijk te doen met een tweeschepige hallenkerk, gewijd aan St Adriaan, waarvan het Zuidelijke deel, evenals de toren, uit het laatst van de 14de eeuw dagteekent. In dit Zuiderkoor liggen begra ven de gebroeders Johan en Cornelis Daniël Oc- kerse, „niet besmet door het verderf der eeuw", en hun erfgenaam, de reeds vermelde Mr Pieter Mogge van Renesse, de maecenas van Zieriksee, „een vat van deugden", naar het grafschrift be weert. In zijn beroemde testament (1743) bepaal de Mogge uitdrukkelijk, dat zijn tombe 12.000 gulden zou moeten kosten. Nu, duur en deftig is het pronkstuk ongetwijfeld en we bezien met ze ker ontzag de marmeren beeltenissen van deze voortreffelijke heeren. De rest van het Zuiderpand is in 1873 verbouwd tot catechiseerlokaal en bij die gelegenheid is veel verdwenen (steunbeeren, raamtraceeringen enz.). Het Oostelijk deel van het Noorderpand is nu preekkerk. Er liggen verscheidene grafzerken van omstreeks 1500, waaronder een met een rid- 83

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 99