denstormers, ontwaren wij twee houten figuren, een vrouw en een bisschop, misschien wel den hei ligen Nicolaas, naar wien de kerk genoemd is. Op den grond enorme grafzerken, o.a. van Wolfert van Borsele, telg van het machtige geslacht, dat bijkans een eeuw lang ambachtsheer was van Brouwershaven. Een andere uit denzelfden tijd (begin 16de eeuw) vertoont een wildeman met zijn gezellin, weer een andere een engel. Er is een steen met een Davidsster en een met een wolfs- angel Het middenschip is als preekkerk ingericht en door een schot van het koor gescheiden. Op Oude jaarsavond, als de groote koperen kronen en de blakers op de banken voorzien zijn van branden de kaarsen, heerscht hier een wel zeer bijzondere sfeer. De preekstoel is van 1773 en ook de banken zijn uit dien tijd. De orgelkast van 1557, klein tjes boven aan den breeden Westmuur, heeft eenige jaren in het Rijksmuseum te Amsterdam vertoefd, verkocht door de gemeente om haar aandeel in de restauratiekosten van de kerk te kunnen opbren gen. Een wijs besluit bracht het fraaie stuk terug naar de plaats, waar het thuis hoort en tot zijn recht komt. Tusschen de blanke zuilen zweeft het model van een zeilenden driemaster, een convooi- schip van 1721 voorstellend, vervaardigd in 1806. Reeds in 1743—44 is de kerk gerestaureerd en nogmaals in 1820 en in 1876—92. Wie het voor recht heeft genoten eenige uren in deze gewijde ruimte door te brengen, terwijl het zonlicht door 77

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 91