was in de Middeleeuwen bij uitstek een visschers-
dorp en het werd gebouwd boven op den dijk en
op de aanwassen daarbuiten. De kerk werd even
wel binnen den dijk gezet op grond van het am
bacht Duivendijke, die pas in 1461 aan Brou
wershaven werd verkocht.
Volgens de „Tegenwoordige Staat" (1753) be
vond zich in de kerk een stuk hout met het jaartal
1293, dat evenwel thans niet meer aanwezig is.
De bouw van koor en dwarsschip kan inderdaad
zeer goed omstreeks 1300 begonnen zijn tegelijk
met de stichting van Brouwershaven. Middenschip
en zijbeuken benevens het bovendeel van het
dwarsschip dateeren uit de 15de eeuw. De muren
zijn van baksteen met tusschenlagen van natuur
steen, zooals we bij vele Zeeuwsche kerken aan
treffen. Een Westtoren is er niet en is er waar
schijnlijk ook nooit geweest. Prenten uit de 17de
eeuw vertoonen een klokketoren midden op de
kerk, gebouwd in 1667 en afgebroken na den
Franschen tijd. Nu is een dakruitertje aange
bracht. Vijf vierkante kapellen omsluiten het
koor. Vermeulen heeft aangetoond, hoe de heele
bouw lijkt op dergelijke kunstwerken in Norman-
dië.
Daarop wijst ook inwendig het hooge koor met het
fraaie triforium („nonnengang", zegt de koster,
maar nonnen zijn hier nooit geweest en een gang
is het ook eigenlijk niet) met zijn smalle bakstee-
nen spitsbogen. Deze ruimte is van verheven
schoonheid. Heel hoog, buiten het bereik der beel-
76