oom Jacob Cats. Van 1867 tot de opheffing in 1923 heeft het groote pand van Van Vrijberghe dienst gedaan als arrondissementsrechtbank. De deur is goed gesneden met een fraai bovenlicht. Binnen zijn de trapleuning en plafonds en mar meren schoorsteenmantels te bewonderen. Goed stucwerk is er ook in het aangrenzende huis (A 345) met rijkversierden ingang. Dat is de moeite van het vermelden waard, want uit de meeste woningen is al wat waarde had door de vertrekkende families meegenomen of verkocht. Wie aangetrokken door een vorstelijken gevel binnentreedt, wordt dus in den regel teleurge steld. En toch is er verbazend veel geweest! We watertanden, als we in de 18de-eeuwsche boedel scheidingen opsommingen aantreffen van zilver werk en porselein, tientallen schilderijen, noten houten meubels, goudleerbehangsels en welvoor ziene bibliotheken. Nalatenschappen van een half of een heel millioen waren toen geen zeldzaam heid. Trouwens nog in 1828 moet het zijn voor gekomen, dat bij het huwelijk van een voorname dame enkel gouden tientjes in het kerkezakje wer den gevonden. Waar zich nu het Sint-Cornelia-Liefdehuis verheft (A 352), stond tot 1939 een vierkant gebouw met jammerlijk verknoeiden gevel. Het was het huis „De Mossel", in de eerste jaren der 16de eeuw gebouwd door Jacob Cornelisz de Huybert, een van de beroemde Zierikseesche zeekapiteins uit dien tijd, die o.a. Philips den Schoone en zijn ge- 68

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 82