boven beschreven Vischmarkt en buigen links in
de St Jacobsstraat met alweer een verdienstelijke
rij trapgevels. Langzaam stijgende (we beklim
men weer een voormaligen havendijk!) belanden
we op de Oude haven, die we nu in oogenschouw
gaan nemen.
We gelooven op het eerste gezicht, dat dit de voor
naamste woonbuurt is. Het eene statige patriciërs
huis rijt zich aan het andere, met er tusschen hier
en daar verdwaald popperig kleine huisjes, soms
maar één venster breed, wier bewoners dan toch
maar prinsheerlijk „aan de haven" zitten. Gerie
felijk zijn die woningen vaak allerminst. Doordat
ze op den ouden dijk staan, liggen de keukens en
tuinkamers in den regel eenige treden lager. Oor
spronkelijk stonden deze huizen achter of tegen
den dijk. Later zijn er voorhuizen voorgezet en bij
die gelegenheid zijn dikwijls twee en soms zelfs
drie woningen achter één breed front samenge
voegd. In de laatste eeuw zijn vele van die huizen
dan weer gesplitst in een boven- en benedenhuis.
Op de plaats van den breeden ingang kwamen dan
twee smalle deuren en binnen is nog wel eens te
zien, hoe het plafond van de hal op die wijze ge
halveerd werd (b.v. A335).
Aan de Noordzijde loopt het huizenfront vrijwel
onafgebroken door van de Noordhavenpoort tot
aan de Schuithaven. Waar een zijstraatje noodig
was, werd dit overwelfd (nu nog het Vrijpoortje
van 1643 en het Mosselpoortje in plaats van den
fraaien doorgang, die in 1939 gesloopt werd). De
65
Zieriksee 5