danks tallooze brutale schendingen toch de alge-
meene indruk nog zoo gunstig is en het karakter
van vervlogen eeuwen zich nog steeds handhaaft.
Werkelijk, dit stadje bezit nog veel „sfeer".
Dit is gemakkelijk aan te voelen, maar minder
gemakkelijk onder woorden te brengen. Het is
niet alleen te verklaren uit het feit, dat de oude
huizen het in aantal nog steeds winnen van de
nieuwe. Minstens even belangrijk is, dat de stra
ten nog even krom loopen als 600 jaren geleden
en dat de verhoudingen zoo goed als niet verbro
ken zijn door fabrieksgebouwen of kubusvormige
winkelpanden. Terecht geeft het gemeentelijke
bebouwingsplan van 1942 strenge voorschriften
op dit punt. Het aantal platte daken is gelukkig
niet groot en meestal zijn ze van de straat niet
zichtbaar. Erkertjes en balkonnetjes ontbreken
vrijwel geheel. Wat met de omgeving vloekt, da
teert alles uit de laatste 100 jaren en vooral uit
het eerste kwart van onze 20ste eeuw. De werk
stukken uit vroeger eeuwen staan ondanks de stijl
verschillen harmonisch naast elkaar.
We zijn natuurlijk nieuwsgierig naar woningen
uit den tijd van den torenbouw. Rijk is de oogst
niet. Het oudste woonhuis, een der alleroudste
van ons land, is te vinden in de Meelstraat (B 12)
schuin tegenover het stadhuis. Het staat ten on
rechte bekend als het „huis der Tempelieren".
Deze befaamde ridderorde is weliswaar in Zie-
riksee gehuisvest geweest, maar op een andere
plaats, en zij was al sinds meer dan een eeuw op-
55