gers. Intusschen is omvangrijk herstel alweer drin
gend noodig geworden, ook van het restauratie
werk van een halve eeuw geleden!
De toren is opgetrokken in grooten rooden bak
steen, bekleed met Belgischen zandsteen. Op el-
ken hoek verheffen zich geweldige dubbele steun-
beeren. Aan den Westkant bevindt zich een
grootsch portaal met twee ingangen onder een
hoogen spitsboog, die nog de ijzeren haken bevat,
waaraan beelden moesten worden bevestigd als bij
de Fransche kathedralen. In de hoeken van de bee-
ren zitten leege consoles. Of er ooit beelden heb
ben gestaan, is zeer twijfelachtig. De middelste
van de kloek omhoog rijzende steunbeeren aan de
Noord- en Zuidzijde bevatten wenteltrappen. Bo
ven de ingangsdeur van de Zuidelijke trap staat te
lezen: „Dese torre is a° 1454 gefondert". Wie den
moed heeft 278 treden te klimmen, kan genieten
van een prachtig vergezicht over de steile roode
daken en de groene velden tot over de wijde Schel
de. Van binnen is de toren hol, ofschoon er sporen
zijn, dat men de ruimte heeft willen overwelven.
Dat de fundamenten bijzonder sterk zijn, is ten
overvloede gebleken bij een onderzoek, of het
bouwwerk productief gemaakt kon worden als
watertoren.
De speelsche Gotische versiering is nergens op
dringerig. Als geheel maakt de toren een vrij so-
beren en daardoor des te treffender indruk. Van
welken kant ook gezien, steeds boeit het stoere ge
vaarte onder de honderd maal wisselende belich-
48