zeer zeldzaam in ons land. Onze aandacht wordt getrokken door de bijzonder zware muurankers, voorzien van fakkelhouders. Zoo kon het heele front worden geïllumineerd bij feestelijke gele genheden als b.v. de viering van den vrede van Utrecht in Juni 1713. Steen en ankers onder den toren zien er nieuwer uit. Inderdaad zijn ze meer dan twee eeuwen jonger en naar het oude voor beeld aangebracht bij de ingrijpende verbouwing van de jaren 1775—1780. De kruisvensters wer den toen naar den smaak des tijds vervangen door ramen met kleine ruiten (de tegenwoordige groo- tere zijn van 1850). De ingangen kregen nieuwe hardsteenen bogen. Maar vooral het inwendige, dat „bij uitneemend- heid oud en ruw" geoordeeld werd, nam de stads bouwmeester Johannes van Es onder handen. Weliswaar niet de vertrekken gelijkvloers, die als wachtlokalen en conciërgewoning blijkbaar niet van beteekenis geacht werden, zoodat de ingang van het stadhuis zeer bescheiden is! Alle kracht werd geconcentreerd op de eerste verdieping, waar in vierschaar en raadzaal de moer- en kin derbalken schuil gingen boven plafonds met zwie rige bloemslingers. Een schepenbank en zitbank in rococo-stijl doen thans dienst bij trouwplechtig heden. Vooral aan de raadzaal is veel zorg be steed. Boven schoorsteen en deur bevinden zich verdienstelijke „grauwtjes"van denAntwerpschen schilder M. J. Geraerts. Het eerste stelt voor Mi- nerva met vier deugden (Rechtvaardigheid, 39

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 45