stad zonder deze ramp te betreuren. Het besef van de leemten, die hij wist nooit te kunnen aanvul len, heeft hem weerhouden het verleden van Zie- riksee in een uitvoerig boek vast te leggen. En zoo hebben wij ook over het ontstaan van het stad huis geen zekerheid. Het gebouw in de Meelstraat die met bakkers en molenaars niets te maken heeft, doch al in 1319 „middelstrate" heet) diende oorspronkelijk voor vleeschhuis. Mogelijk heeft een brand in het oude raadhuis de stadsbestuurders gedwongen hier hun intrek te nemen. Het deel onder den toren, twee ramen breed, dateert uit de 15de eeuw. Beneden was de vleeschhal, nu stadswaag, waar de slagers het versche vleesch moesten uitstallen. Boven den ingang bevond zich een kooi met arenden, die op 18de-eeuwsche prenten nog te zien is. Daar hingen ook aan een ketting de „steenen der wet", die kwaadsprekers om den hals gehangen werden bij een strafwandeling door de stad, en daar waren de ringen bevestigd, waarmede men controleerde, of de messen, die de burgers droegen, niet „over de schreef" gingen (d.i., of ze, door die ringen ge stoken, verder reikten dan een kerf in den muur). In de bovenverdieping werd de vierschaar onder gebracht en in een Oostelijken aanbouw tot aan den tegenwoordigen hoofdingang vermoedelijk de raad. In 1453 werd een aangrenzend oud huis ge kocht en spoedig daarna gesloopt. Maar het zou nog een eeuw duren, totdat de voorgenomen uit breiding een feit kon worden. Aan dit uitstel zul- 36

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 42