op te sluiten. Twee steenen wenteltrappen leiden naar de eerste verdieping, die eeuwen lang ge bruikt is als wapen- en kleedingmagazijn der ste delijke schutterij. Er is oud houtwerk te zien, o.a. een nog gave lasch met het jaartal 1632 ter ver nieuwing van het versleten eind van een zolder balk. Hoe oud moet die balk dan wel zijn? Ook van de stadzijde gezien vormt de Nobelpoort een indrukwekkende afsluiting. De eenige versiering bestaat uit hooge teruggemetselde gevelvelden en eenvoudig metselmozaïek. De valbrug aan den buitenkant is al in de 17de eeuw vervangen door een dam. Een grasveld met hooge boomen toont nog den vorm van een voor uitgeschoven schans. De gracht van dit „halve maantje" is enkele jaren geleden gevuld met slijk uit de stadsgrachten. Toegezegd is, dat het er te zijner tijd weer uitgebaggerd zal worden. Een soortgelijke schans bevindt zich bij de Zuidwelle- brug, die er met haar zes hardsteenen en ietwat verzakte bogen uitziet, als zou er zoo aanstonds een 18de-eeuwsche koets met een bepruikten en besteekten koetsier op den bok over komen rijden. Eenvoudiger zijn de gemetselde bogen van de Westbrug (1862). Aan dezen kant van de stad zijn de wallen slechts gedeeltelijk afgegraven. Aangezien buiten de gracht weinig huizen staan (wie „buiten de poort" woont, telt in Zieriksee niet heelemaal voor vol), is hier het oude vesting karakter aardig bewaard gebleven, beter dan aan den Noordoostrand, die te veel „plantsoen" is ge- 34

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 40