tische schouw met beeldjes op de draagsteenen en
met haar kap van geprofileerde ribben in den
ouden luister hersteld worden.
Van den kant van Brouwershaven komende be
treedt men Zieriksee door de Nobelpoort,
misschien nog de meest „Middeleeuwsche" van
het trotsche drietal. Vijf en dertig meter hoog heft
zij haar beide ronde hoektorens met de lange zes-
tien- en achtkante spitsen ter weerszijden van het
hoofdgebouw. De stijl wijst op de tweede helft der
15de eeuw. In 1494 wordt de poort genoemd,
maar reeds in 1398 is sprake van een Nobelstraat.
De volksmond beweert, dat twee adellijke joffers,
Anna en Maria Nobel, den bouw bekostigd hebben
en dat de eene spits opzettelijk ietwat krom is uit
gevallen, omdat een der dames gebocheld was.
Waarbij de historicus opmerkt, dat omstreeks
1300 een familie Nobel het slot Herkestein bij
Brouwershaven bewoonde, maar dat er geen en
kele aanwijzing is, dat deze zich voor de verfraai
ing van Zieriksee zou hebben geïnteresseerd.
De muren der torens (1.30 meter dik!) bestaan
uit Middeleeuwsche reuzenmoppen in Vlaamsch
verband: afwisselend een roode strek en een grae-
nig verglaasden kop. De eikenhouten poortdeuren
zijn beslagen met dikke spijkers. De spitsboog
doorgang omlijst een gezicht op de lage huisjes
van de Korte Nobelstraat met den blanken koren
molen „De Hoop" op den achtergrond. Dikke zij
deurtjes geven toegang tot voormalige wachtloka
len, die ook wel gediend hebben om landloopers
33
Zieriksee 3