zich als het ware langs den waterloop uit in de
richting van de Gouwe, vanwaar de schepen hun
rijke ladingen binnenbrachten. De nieuwe wijken
vereischten nieuwe poorten: de Nobel- en de
Noord- en Zuidhavenpoorten, de eenige, die nog
overeind staan, zij het in gewijzigden vorm. De
Bagijnepoort is al in 1623 afgebroken, de andere
twee in de vernielzuchtige 19de eeuw, evenals nog
een 7de poort, de Hoofdpoort, die in 1624 was
opgetrokken ten behoeve van een verbinding met
het nieuwe havenhoofd (een eigenaardig driehoe
kig woninkje, dat tegen deze poort leunde, is nog
te zien aan het begin van de Wandeling tegenover
de Ravestraat)
De beide havenpoorten, verbonden door een wit
geschilderde houten brug over de Oude haven,
vormen vooral van buitenaf een der fraaiste
stadsgezichten van ons land en tevens een inte
ressant staal van Middeleeuwsche vestingbouw-
kunde. Er tusschen bevindt zich nog een stuk van
den ouden stadsmuur. Aangezien ze terzelfder tijd
gebouwd moeten zijn, ligt het voor de hand aan te
nemen, dat ze oorspronkelijk van ongeveer gelijke
gedaante geweest zijn. Evenwel, de Middeleeu
wer was niet zoo verzot op symmetrie als wij en
het is dus ook heel goed denkbaar, dat de Noord
havenpoort het altijd zonder brug heeft moeten
stellen en dat zij juist daarom op een geheel an
dere wijze moest worden versterkt.
Helaas in 1943 tamelijk geschonden door een nieu
we laadbrug van de naburige gasfabriek.
28