king door Zieriksee. Gaarne grepen de boeren
politieke onlusten aan als reden, naar de stad
te komen en den heeren regenten het mes op de
keel te zetten. Dergelijke opstootjes zijn in 1672,
1747 en 1787 voorgekomen, steeds naar aanlei
ding van het herstel der Oranjes, voor wie de
plattelanders vurig partij trokken. Met name in
1787 zijn tal van patriciƫrswoningen schandelijk
geplunderd. Zelfs nu is de argwaan der dorpe
lingen tegen de stadsbewoners nog niet geheel uit
gestorven.
23