Het beeld behoeft ook niet eens sprookjesachtig te wezen
om te kunnen genieten van wintersch effect.
Zie maar de brug over de Prinsengracht bij de Brouwers
gracht op een dag in Februari, als de winter feitelijk voor
bij is. (Afb. 53). Op die kentering spreken de menschen
van druilerig weer. Maar blijft dan de Amsterdamsche
sfeer niet diaphaan! Er behoort fijnere ontwikkeling toe
om die subtiele schoonheid ervan te genieten. De fijne be-
OBUSs
lijning der brug en haar onderdeelen door een dun laagje
sneeuw is te teer om in werkelijkheid door iedereen te
worden opgemerkt. Wordt het opgediend op een plaatje,
daii komt het nadrukkelijk onder de oogen. Dat is ook de
taak der schilders.
Waarin onderscheiden zich nu b.v. een Leidsche-, een
Utrechtsche brug van de Amsterdamsche?
De Leidsche brug (Afb. 54 en 55) mist het soepele, zij
glooit niet, zij stoot door haar gebrokenheid van lijn.
Iedere overgang is hoekig. Dit geeft haar een bijzonder
te waardeeren karakter, al is mij persoonlijk de soepel
heid liever. Bovendien ligt de brug hooger boven het wa
ter, daar ook de kade hooger boven het water ligt.
Hier raken wij het belangrijkste punt in het stadsplan: het
profiel van gracht of straat. Om bij de gracht te blijven,
haar profiel heeft allereerst te maken met de aangenomen
hoogte der bestrating boven het water. Ligt zij te hoog, dan
gaat het verband met het water verloren, ligt zij te laag
87
Fig. 13