hoofdbeginsel zijn er vele varianten gemaakt. Enkele wil ik er van noemen. Rolbascule- of Wiegbrug Hier rolt de klap van de overspanningsopening af; het quadrant rolt over een horizontale rijbaan naar achteren, waarbij de as zich in horizontale richting eveneens naar achteren verplaatst. Het landhoofd, waarop deze banen liggen, moet dus breed zijn. De rollende druk oefent een zich verplaatsenden druk uit, die zich voortplant in de fundeering. Deze moet zeer sterk zijn. Dit brengt hooge kosten mede, die gecompenseerd worden doordien het den kelder overbodig maakt. De verdere constructie der loop baan is duur en zeer aan slijtage onderhevig. Daartegen over heeft deze soort brug het voordeel, dat door het achteruitrollen der klap de doorvaartopening geheel vrij komt. (Fig. 11). De „Strauss"klapbrug Als een wonderlijke variant van de ijzeren ophaalbrug, een parodie er op, mogen wij de, uit Amerika overgekomen „Strauss"klapbrug beschouwen; zij is een kruising van ophaal- en basculebrug. (Fig. 12). De hamei, zooals wij die aan de wipbrug kennen, heeft zij niet, wel twee los van elkaar, in vakwerk uitgevoerde ijzeren stijlen; ook geen balans met sprieten. Haar tegengewichten, beton blokken, grijpen aan op de uiteinden van de, als bij de basculebrug in de landboofden doorstekende hoofdliggers der klap. Dit doorstekende gedeelte bedraagt ongeveer j/g der lengte van den hoofdligger. De ballast, het tegenwicht, welke bij de gewone ophaalbrug een niet opvallend, in het geheel harmonisch opgenomen onderdeel vormt, is bij de „Straus"brug een opvallend, zich onaangenaam opdrin gend onderdeel. De top van het tegenwicht is door een draaibare stang met den top van den zwaar geconstrueer- den, onbewegelijk staanden stijl verbonden. De draaipun ten van die koppeling, van het draaipunt der klap en het koppelpunt van het betonnen tegenwicht met de klap, vor- 78

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 87