schap bewonderen, is zij dit ook. Oorspronkelijk uit Kreta
stammende misschien nog vroeger uit Klein-Azië over
^Frankrijk en België in den jare 1299 in de Zuidelijke Ne
derlanden gekomen, is het een steenen peperbus. Boven
de rivieren zijn de oudste in hout, ten slotte worden zij, om
een houten geraamte, met riet bekleed. Van houten „Stan
daardmolen" over „Paltrok" tot „Bovenkruier", ziehier de
ontwikkeling tot volmaking, welke de Hollanders aan den
molen hebben gegeven. De belangrijkste vinding, die de
volmaking bracht, is het draaibaar maken van de kap, van
daar haar naam „Bovenkruier"
Hetzelfde is het geval met de wipbrug.
Stammende uit het geslacht vesting-(ophaal)brug schept
de Hollander een vredelievende vertaling. De wipbrug
richt zich niet op den oorlog, maar op den vrede, zij weert
niet af, doch verbindt, zij richt zich op de vrije scheepvaart.
De vestingbrug ik vertelde het reeds was een ophaal
brug, waardoor de vijand werd belet bij de vestingpoort
te komen. De klap werd opgehaald door twee ijzeren ket
tingen, welke schuin naar boven door spleten over schij
ven in den vestingmuur naar binnen liepen en daar met de
hand of met een windas werden ingehaald. Een moeizaam
werk, doch er waren mannetjes genoeg bij de hand. Men
maakte zich dit werk gemakkelijker door aan de kettingen
zware gewichten te hangen, zoo zwaar als klap plus ket
tingen. Dit was een verbetering, een schrede vooruil naar
de oplossing van het probleem: de klap in iederen stand
bij het ophalen in evenwicht te houden.
Het beginsel der eigenlijke wipbrug werd gevonden door
het maken van twee door den vestingmuur stekende en
in den muur op twee tappen draaiende zware, houten bal
ken aan wier uiteinden de kettingen loodrecht naar het
uiteinde der klap liepen. (Zie vignet 3 op blz. 64).
Dit was een grootere schrede in de goede richting. Aan het
andere uiteinde der balken hingen binnen de vesting ket
tingen, waardoor men de balken naar beneden trok en zoo
de klap ophaalde.
59