Niet zoo goed als in het landschapsbeeld, staat dit type
houten-bruggetje in het stadsbeeld. Amsterdam bezat zoo'n
voetbrug over de Lijnbaansgracht voor de Nieuwe Tuin
straat. Het was het eenige exemplaar. In 1921 is dit aan
de moderniseering opgeofferd. Nu ligt er een zwaar aan
doend, vlak, ijzeren bruggetje; zwaar, daar het is gecon
strueerd als dichte plaatligger. Het tegenstrijdige is, dat
als landhoofden zware houten jukken fungeeren.
De saaie gracht is er nog saaier door geworden. Waarom
moest het weg? Het is een voetbrug gebleven, hetgeen be
grijpelijk is, want de Nieuwe Tuinstraat is geen verkeers
straat, zelfs in het geheel geen belangrijke straat. Amster-
dam's bezit aan vele typen van bruggen is weer met een
verminderd. Tegen onnoodig laten verdwijnen of vermin
ken zal ik steeds blijven protesteeren. Als de brug moet
worden vervangen, waarom dan geen eenvoudig, vlak,
houten brugje gemaakt?
Groolere balkbruggen
De bouten balkbruggen hebben een behoorlijke overspan
ning. Hoofdbalken boven de 6 m lengte worden echter te
zwaar van afmeting. Tot ondersteuning kunnen er wel meer
jukken worden geplaatst, doch dit belemmert allicht het
onderdoor varen.
Grootere overspanningen van juk tot juk te bereiken door
als hoofdbalken ijzeren balken te nemen, zooals dit b.v. is
gedaan bij enkele der aardige hulpbruggen over het Zuider
Amstelkanaal te Amsterdam is niet juist, omdat het een
hinken op twee gedachten is. Bovendien is het een misken
nen der goede timmerconstructies. Als verontschuldiging
kan dienen, dat deze constructie door bet vele gebruik van
ijzer in de 19de eeuw in het vergeetboek zijn geraakt.
Toen oudtijds de werkelijke Mr Timmerman voor het op
lossen der opgaaf stond houten bruggen met groote over
spanning te moeten maken, paste hij zijn kennis van hou
ten dakconstructie toe. (Fig. 5). Door schoren aan weers
zijden ondersteunde hij de hoofdbalken; hij dacht aan
het driehoeksverband van kappooten, schoren en trek-
54