zij haar onderdeden: kettingen, scharnieren, schuiven?
Wij met onze vergevorderde techniek letten daar niet meer
op, en vragen: „is dit nu zoo iets bijzonders?"
Bedenk wel, wat er voor noodig is alleen al deze ijzeren
onderdeelen uit te vinden. Elk ervan is een getuigenis van
's menschen scherpzinnigheid, een getuigenis van den
geest. Dat de verdedigingsbrug, zooals wij haar aan onze
kasteelen kennen, een ingenieuse vinding is, wordt ons
duidelijk door haar te vergelijken met die, welke nog in
andere landen zijn te vinden, bij volken, die nog in stam-
en groepsverband leven; wier ontwikkeling, zeker hun
technische ontwikkeling, nog gering is. Dank zij Prof. Vo
gel kan ik daarvan een voorbeeld geven n.m.1. de verde
digingsbrug in haar primitiefsten vorm. Hij vond haar in
Perzië. (Afb. 15). Daar ligt op een rots een kleine, om
walde woonplaats. Van een vestinggracht geen sprake,
daar er geen water is. Zij wordt beschermd door een
droge gracht. Naar de hooger gelegen poort voert een
steenen dam, welke bij de dioge gracht eindigt. De ver
dere verbinding wordt bereikt door een paar balken,
waarover dwarsbalkjes liggen. Van constructie geen spoor.
In tijd van gevaar kunnen de balken gemakkelijk naar bin
nen worden getrokken, de primitieve poort in de omwal
ling worden gesloten. Wellicht wordt dit iederen nacht
gedaan. Welk. een simpele oplossing geeft deze „brug",
even eenvoudig als onze primitieve vlonder.
Een in haar primitiefheid toch meer verzorgde verdedi
gingsbrug kende men uit de beschrijving, welke Herodotos
(boek I 186) geeft van de door Koning Nabupolassar in
Babyion over de Euphraat gebouwde brug 600 v.
Chr.). In 1910 vond Robert Koldewey haar bij zijn op
gravingen. Eens te meer werden de mededeelingen van
Herodotos bevestigd. Van deze brug zijn slechts de stee
nen pijlers gevonden; wat ook niet anders kon, daar de
eigenlijke brug uit houten balken bestond, welke zoo
als Herodotos schrijft „zoodra het dag werd op de
brug werden gelegd, doch des nachts werden die balken
weder weggenomen."
37