DE VESTINGBRUG EN HAAR
NAKOMELINGEN
Ik schreef er over, hoe wij het water tot onzen vriend heb
ben gemaakt. Komt dit niet tot uitdrukking in de grachten
rondom onze kasteelen? Hoe leent zich het water tot het
mede verdedigen van het Huis en zijn bewoners! In zijn
burcht, afgesloten van de omringende wereld, voelde de
Kasteelheer zich verheven boven den omwonenden onder-
hoorigen. De gracht was daarvan het symbool. Afgeschei
den kon de Slotheer echter niet blijven; er moest een ver
binding zijn met de buitenwereld. Voortdurend mocht de
gemeenzaamheid niet wezen; afstand moest worden be
waard; de verbinding moest op ieder oogenblik kunnen
worden verbroken.
De nuchtere mensch zal voor het toekennen van dit karak
ter aan de brug niet veel voelen; hij zal zich houden aan
het verdedigingskarakter van de ophaalbrug. Ook hij heeft
gelijk, doch laat hij bedenken, dat niets eenzijdig is. Alles
heeft twee kanten, welke elkaar aanvullen.
Een ophaalbrug zal er niet van het begin af zijn geweest.
Zoover mij bekend, hebben de Romeinen haar niet ge
kend. Zelfs aan het namaak-Praetorium „de Saaiburg" bij
Homburg in den Taunus is zij niet aangebracht.
De eerste bruggen waren van hout, welke in tijd van nood
konden worden verbrand. Maar daarmede was men er niet,
want dan moest zij weder worden gebouwd. Toen de brug
van steen' werd, was dit afbreken en weder opbouwen nog
bezwaarlijker. Een vaste brug deed echter de bescherming
door het water te niet. Er moest iets op worden gevonden
en wel een brug, welke op ieder oogenblik kon-zijn en
niet-zijn, een brug, welke beschermde en welke toeliet.
Toen werd de geest vaardig.
De ophaalbrug werd gevonden. Dit lijkt ons nu zoo eenvou
dig, doch destijds was het een ingenieuse vinding.
Hoe weinig menschen maken zich dit waar.
Herhaaldelijk gaan zij over zulk een brug, doch bekijken
36