32
illustre burgers had het in den loop der jaren mogen ver
voeren! Het werd afgedankt, verkocht aan een stadje
en maakt zich nu in bescheidenheid nog nuttig.
Het pontje.
Daar waar het verkeer met name het voetgangersver
keer om een verbinding vraagt, doch het groote ver
keer niet intensief genoeg is om de uitgaaf der kosten
van een brug te billijken, is een pontje op z'n plaats.
Het lijkt een eenvoudig geval. Doch hebt gij u wel waar
gemaakt op hoeveel technisch inzicht het is gebaseerd?
Laten wij er eens gebruik van maken. Wij stappen er op
en kijken goed, hoe dat ding nu eigenlijk werkt. Wij zien
een staaldraad van oever tot oever loopen, strak gespan
nen; zij ligt op twee, voor en achter op de ijzeren leuning
gemonteerde schijven, die als leiders dienst doen.
De veerman int de luttele centen. Dan loopt hij naar den
voorkant, neemt een klos hout met een handvat ter hand,
legt de klos op de kabel en begint te trekken. Wat gebeurt
er nu? Als wij nieuwsgierig gaan kijken, zien wij dat
er in de klos een diepe gleuf is, inwendig met ijzer besla
gen. Zet de veerman die gleuf op den kabel en trekt hij,
dan komt de gleuf er diagonaal op te staan en klemt zich
vast, des te vaster, naarmate de veerman harder trekt. Hij
hangt daarbij achterover, het gewicht van zijn lichaam
wordt als duwkracht op zijn voeten overgebracht; het vaar
tuigje wordt voortgeduwd. Achteruitloopend, de klos tel
kens lossend, achteruitzettend en weer vastklemmend,
krijgt het pontje vaart. Heeft het dit eenmaal, dan blijft
de veerman staan, zijn telkens kleine trekjes voldoende
om vaart te houden. Nadert het pontje den overkant, dan
plaatst de veerman den klos in tegenovergestelde richting
en zet het gewicht van zijn lichaam tegen het handvat; de
klos werkt dan als rem. Zoo handig doet hij dit, dat het
pontje zonder schok aanlegt.
Zit er in dit bruikbaar geheel niet een goede dosis techniek?