Een vlot- of een schipbrug is dus de overgang van vlet of schip tot brug. In het woord „pont" ligt het besloten. Dit vermengen van beteekenissen wijst er op, dat de schip brug de oudste vorm van brug is. De geschiedenis beves tigt dit, want bij alle klassieke schrijvers vinden wij mede- deelingen over schipbruggen als den oudsten brugvorm. Dit is te begrijpen, want een schipbrug is makkelijk, vlug en goedkoop te construeeren. Toen er nog geen druk ver keer van den eenen naar den anderen oever was, kon zulk een brug aan de eischen van het verkeer voldoen. De scheepvaart ondervond geen last van haar, want tijdig genoeg werd het wegneembare middenstuk losgemaakt en dreef met den stroom mede voor zoover haar ankerdraden dit toelieten. Was de sleep tusschen de opening door ge varen, dan wonden de op het wegneembare deel geplaatste lieren, later motoren, de ankerdraden op, waardoor dit deel weder op zijn plaats werd teruggetrokken. Dit alles kostte veel tijd; het verkeer moest maar wachten, 's Winters gedu rende den ijsgang werd zelfs de brug in een haventje ge varen, was dus al het verkeer gestremd. Laat ik de ponten in hun verschillende vormen op een rijtje noemen: vlot, vlet, vlot- of schipbrug, overhaal- pontje, gierpont, stoompont. Al deze typen zijn in ons land te vinden. De schipbruggen en gierponten, liggende in het groote verkeer, moesten ten slotte het veld ruimen voor groote, vaste bruggen. De ove rige handhaven zich als bruikbare hulpmiddelen. Dat zien wij o.m. aan de vlet en het pontje, die nog steeds in vele steden in gebruik zijn, zelfs in Amsterdam vinden wij ze, naast de ontelbare bruggen. Vletten onderhouden o.a. de verbinding tusschen de beide Amsteloeverspontjes o.a. die over de Stadhouderskade tegenover de Nicolaas Wit- senstraat, die over de Nassaukade, die over de samenkomst van Kostverlorenvaart en Oostelijke Markthallenkanaal. Oude Amsterdammers herinneren zich nog goed het ver maarde pontje over het Rokin. Een brokje historie was 't voor hen. Toen het door het dempen van het Rokin moest verdwijnen, werden er treurzangen aan gewijd. Wat al 31

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 34