BRUGGENNAMEN
Het is een loffelijke gewoonte, in de laatste jaren weer
in zwang gekomen, de namen der bruggen geschilderd
of in steen gehakt aan te brengen.
Evenals de gevelsteenen hebben zij topografische waarde.
In hen wordt de Historie vastgelegd.
Niet alle namen, die wij lezen, begrijpen wij. Er zijn er,
waarmede wij geen moeite hebben. Om bij Amsterdam te
blijven, de „Roode" en de „Blauwe" brug zijn al door hun
kleur verklaard. Dat de „Blauwe" brug ook „Leeuwen"-
brug heette, vond zijn oorzaak in de vier leeuwen, die de
toegangen flankeerden.
De „Magere" brug, welke vóór 1620 nog smaller was, leek
door haar 80 m lengte nog magerder.
De „Hooge"sluis, eigenlijk „AmsteT'brug geheeten, dankt
haar naam aan de zeer hooge ligging boven het water,
hooger dan de tegenwoordige Hoogesluis en hooger dan
eenige Amsterdamsche brug.
De „Halvemaans"brug over den Amstel, loopende van
Halvemaanssteeg naar Kloveniersburgwal, had, toen zij in
1626 in hout werd gebouwd, een kromme gedaante. Zij
was 91 m lang.
Ook de naam „Torensluis" biedt geen moeilijkheden, sinds
gij weet, dat er een toren op stond.
Zoo is voor wie de geschiedenis van Amsterdam kent, de
naam „Kraan"sluis over de Waal in de Prins Hendrikkade
makkelijk te begrijpen, daar hij weet, dat eertijds hier de
„Groote Kraan" stond, het hefwerktuig.
Zoo is ook het „Mélkmeisjes"bruggetje, waarover ik reeds
sprak, liggende over de Brouwersgracht in de Heeren
gracht, verklaard door het houden van een melkmarkt op
de Brouwersgracht. Doch er zijn andere namen, waarmede
wij niet zoo gemakkelijk in het gereede komen. B.v. de
„Lekkere" sluis over de Prinsengracht in de Brouwers-
152