schermen. Het is een der ernstigste problemen, waarmede
de bruggeningenieur heeft te kampen. Van begin af aan
leveren zij nog andere moeilijkheden op. Ten eerste is er
de walshuid, ontstaan bij de fabricatie, ten tweede de
hamerslag door het verwerken, en dan nog is het ijzer
vaak vettig door de olie, gebruikt bij het boren der gaten
voor de klinknagels. Al deze euvelen werken een goede
aanhechting der verflaag tegen. Heel wat moeite en zorg
moet worden besteed aan een ijzerconstructie om haar
geschikt te maken voor het aanbrengen van een verflaag:
ontvetten door terpentijn, ontroesten door staalborstel,
staalschraper of zandstraal. De laatste methode, die met
den zandstraal, levert de beste resultaten op. Bij het over
schilderen van bestaande constructies, waartoe eerst de
oude verfhuid met zijn bladders en scheurtjes moet wor
den verwijderd, is men door het gebruik van den zand
straal ervan verzekerd in alle hoekjes te kunnen komen,
die met krabber en borstel niet zijn te bereiken. In da*fa-
briek wordt het ontroesten gemakkelijker gedaan door de
onderdeelen in een zoutzuur- of phosphoroplossing te leg
gen tot de roest er afvalt. Dit zuur moet grondig worden
verwijderd door afspoelen met warm water en schuieren
met den staalborstel. Zuur heeft het onaangename, indien
het niet geheel en al verwijderd is, snelle roestvorming te
bevorderen. Om volkomen er van te zijn verzekerd, dat
alle zuur verdwijnt, wordt het ijzer in een kalkbad gedom
peld. Na te zijn gedroogd, volgt een afboenen met warm
water en na opnieuw drogen, kan het ijzer ten slotte wor
den gemenied. Menie loodmenie - bevat geen vrije
zuren, werkt roestvorming niet in de hand. IJzermenie
wordt ook wel gebruikt, doch heeft het nadeel door vocht
eerder week te worden.
Gij ziet, wil het werk naar den eisch worden behandeld,
dan moet er heel wat zorg aan worden besteed. De zorg kan
echter niet verminderen. Meer nog dan huizen zijn brug
gen blootgesteld aan weer en wind, vooral de hoogverhe
ven bruggen over onze groote rivieren. Telkens moeten
zij worden geïnspecteerd op mógelijke roestvorming,
147