voorgegaan. Toen de Architect P. Kramer verbonden werd
aan den Dienst der Bruggen, wijdde hij in zijn ontwerpen
ook daaraan aandacht. Vooral nadat de beeldhouwer
Hildo Krop aan de Gemeente Amsterdam als stadsbeeld
houwer werd verbonden, zijn talrijke nieuwe bruggen met
beeldhouwwerk gesierd. Om enkele belangrijke te noe
men: de brug over de Singelgracht voor het Leidsche-
plein (1925), de Lyceumbrug (1928), de brug van „het
Paard" over het Zuider-Amstelkanaal vóór de Apollolaan
(1931), die over de Singelgracht vóór het Westerplein
(1940) en die bij het Stadion. De eerste heeft slechts wei
nig beeldhouwwerk van Polet, de beide andere zijn rijker
gesierd door Hildo Krop. De eerste draagt nog alle ken
merken van een tasten, tenminste wat den architectonischen
kant betreft. Polet's medewerking bestond slechts uit het
hakken van een suggestieven grooten kop van een soort
monster. Van deze mooi gelegen brug had meer kunnen
worden gemaakt. Zooals Theo van Reijn terecht opmerkte,
had zij een monument voor de „Bouwmeesters" Theo en
Louis kunnen worden. Afbeelding 87 is een, door den
beeldhouwer van Lith aangebrachte plastiek in de brug
over de Admiralengracht in de Jan van Galenstraat te Am
sterdam. De beide Amstelbruggen van Dr. Berlage zijn,
wat beeldhouwwerk aangaat, er al zeer armoedig afgeko
men. Zij maken een kalen indruk.
Andere bruggen bekend om hun beeldhouwwerk zijn: de
brug in 's-Hertogenbosch (Hildo Krop), de brug in Breda
(Theo van Reijn), de brug over het Ververschingskanaal
te 's-Gravenhage (Wolbers) en nog een andere brug (Ter-
mote). In Rotterdam vonden wij enkele bruggen, waarvan
alleen de sluitsteen is gesierd (Bolle, Chabot), in Haar
lem en in Heemstede zijn bruggen met beeldhouwwerk van
Andriessen, van Van der Eynde en van Theo van Reijn.
Aan een brug te Groningen hakte Jacob van den Hof gra
nietkoppen.
Onze groote rivierbruggen zijn er schraal afgekomen. Aan
den grooten Moerdijkbrug is een a jour bewerkt relief in
brons door den beeldhouwer Van Hall; de beeldhouwer
144