staat er slechts een pijler, die op zichzelf te zwak is den
druk te weerstaan. Door het tweetal overspanningen aan
weerszijden daarvan ook als boogbrug te ronstrueeren
(boog onder zijbaan) is er tegendruk. Ook hun druk wordt
op de pijlers overgebracht. Waar een druk en tegendruk
op de pijlers gelijk is, behoeft de pijler minder zwaar te
zijn. Het naar boven slanker worden van den pijler is
geen teekenaardigheid, doch is het logische uitvloeisel
van den minderen druk op het bovengedeelte, daar het
slechts den druk der oplegging van de rijbaan moet op
nemen.
Bij de brug over de Lek te Vianen, met een spanning van
160,10 m, staat de zaak anders. Daar ontmoeten boog en
rijbaan elkaar op de pijlers. De tegendruk leveren de
beide balkbruggen aan weerszijden. Daarom zijn hun lig
gers zwaarder geconstrueerd dan de ligger tusschen den
boog. Dat beïnvloedt ook den vorm der pijlers. De boog
zelf is als plaatligger geconstrueerd. Dit alles maakt de
brug minder gecompliceerd. Zij is een glorierijk voorbeeld
van eenheid, in waarheid een geheel van schoonheid.
(Afb.81).
Mag ik naast dezen reus mijn lezers onder de oogen bren
gen het keurig in bamboe uitgevoerde brugje op Java
(Afb. 82) en de machtige brug uit bamboe over de Tji-
Taroem bij Bandoeng, beide in de Preanger Regentschap
pen. De laatste heeft een spanning van 50 m. (Afb.
45).
De Hefbrug.
De „Hefbrug" is een type brug, die geen voorgangster in
hout heeft: zij is een volstrekt hedendaagsche brug.
De eerste groote brug van dit soort is ontworpen en uit
gevoerd door Ir J. S. L. Waddell, den beroemden Ameri-
kaanschen bruggenbouwer. Er waren wel reeds zulke brug
gen ontworpen, te weten: in 1850 door den Engelschen
Ir W. Mooson voor de overbrugging van den Rijn te Keu
len, in 1892 door den Engelschen Ir T. L. Lamp voor de
overbrugging der rivier Tees te Newport en ten slotte
133