DE H EDEND AAGSCHE AMSTERDAM-
SCHE BRUG
Amsterdam heeft op het gebied van hedendaagsche brug
gen voorbeeldig gewerkt.
Ik wees reeds op de in 1921 gebouwde, groote ijzeren op
haalbrug over het Noord-Hollandsch Kanaal (blz. 48).
In 1913 stelde de toenmalige Directeur van Publieke Wer
ken, de heer Bos, als architect-adviseur J. M. van der Mey
aan, een alleszins bekwaam man. Van zijn hand is het
eerste, hedendaagsche brugontwerp voor een nieuwe brug
over de Heerengracht in de Vijzelstraat. (Fig. 16). Deze
balkbrug in 1928 gebouwd, steekt gunstig af tegen de, tot
balkbruggen verbouwde oude bruggen, zooals o.a. die
over de Binnenwatersloot te Delft, de Nieuwesteegbrug te
Leiden, de brug over den O.Z. Voorburgwal in het Oude-
kerksplein te Amsterdam, bruggen met gietijzeren vullin
gen; verder verbouwde oude als de Jeroensbrug te Leiden
en andere ontelbare, waarbij het baksteenen verwulfsel is
afgebroken en op de overgebleven, loodrecht staande
landhoofden botweg ijzeren balken zijn gelegd.
Al zijn de elementen: landhoofd en ijzeren balken, waar
mede de balkbruggen zijn gebouwd, gelijk, toch maakt het
een groot verschil hoe de vormgeving is. Dit onderscheid
is het beste te leeren kennen door het goed bekijken der
afbeeldingen, beter dan een beschrijving dit doet. Het on
derscheid tusschen goed en niet goed ligt het meest in de
detailleering, vooral die der brughoofden. Bij de eerste
door Van der Mey ontworpen brug zijn de landhoofden
opgetrokken als dichte baksteenen balustraden, waaronder
een verwulfsel is geslagen. Tusschen de balustraden is over
de breedte der middenoverspanning een gesmeed ijzeren
leuning gespannen. Het ontwerp is niet zoo uitgevoerd.
Wel is dit het geval bij de even daarna door hem ontwor
pen brug over den Binnenkant in de Bantammerstraat.
(Afb. 74). De Dienst van Publieke Werken is gelukkig
niet op dien weg doorgegaan. Bij het eene geval is het
117