haar niet meer gebruiken, zij paste er niet in. 't Was, wat
men noemde een „treffelijke" brug, de „aanzienlijkste"
der stad. In 1662 door Daniël Stalpaert hooggebouwd als
de eenige vestingbrug, vormde zij een „gordijn" tusschen
de twee bolwerken, het Ooster- en het Westerblokhuis;
bovendien stonden er nog twee schildwachthuisjes van
grauwen, gehouwen steen. Voorzien van schietgaten, be
streken kanonnen den Buiten-Amstel. De 220 m lange brug
had 35 bogen, waarvan de middelste 3 tot doorvaart dien
den, de overige ten deele tot ligplaats van schuiten en
jachten der Amstel-jachthaven; een traditie, die hij de
nieuwste Amstelbruggen is voortgezet.
Nog ten opzichte van iets anders was zij merkwaardig.
Omstreeks 1750 werden er arduinen paaltjes gesteld, wel
ke een voetgangersgedeelte van den rijweg afscheidden;
het eerste symptoom van „verkeers"regeling!
Waarom kunnen wij wel een goed woord hebben voor de
Hooge Sluis en niet voor het bruggencomplex over de Prin
sengracht?
Wel, de Hooge Sluis is, ofschoon een grondige verbou
wing, een gaaf ontwerp, dragende het karakter van een
doorgezetten weg, een viaductslechts een kort gedeelte in
het midden heeft het karakter van brug, een dubbele bas-
culebrug. De vormgeving der hoofdpijlers met haar mo
numentale hoofdbalusters, waarop obelisken met lantaarns
aan weerszijden, verduidelijken dit. -
De overige pijlers met haar balusters en balustrade vormen
één organisch geheel, in zandsteen uitgevoerd. Kleinere
obelisken als lantaarndragers staan om den anderen op
deze balusters. De ijzerconstructie, welke het wegdek
draagt, vertoont zich aan den buitenkant als gegoten ijze
ren vulstukken in boogvorm.
Al kunnen wij tegen dit alles bezwaar hebben, toch kunnen
wij de eenheid van ontwerp niet loochenen. En is eenheid-
van-deel en niet het criterium van een kunstwerk? Bij de
brug over de Prinsengracht vinden wij niets daarvan, 't Is
een mengsel van oude en nieuwe elementen, waarbij de
nieuwe in hun detail een ongeoefende hand verraden.
92