Prinsengracht oorspronkelijk hetzelfde was als die over de Keizersgracht, is niet te gelooven. Wat toch heeft men hier gedaan? De baksteenen overwul- vingen zijn geslecht, de pijlers en landhoofden naar boven toe recht afgewerkt, daar overheen ijzeren balken gelegd en daarop de bestrating met haar onderlaag aangebracht, afgesloten door een hardsteenen band. Was daar nu maar de traditioneele ijzeren leuning op geplaatst. Doch neen, in dien tijd meende men meer „architectuur" aan een brug te moeten aanbrengen. Toen kwam het potlood de plaats der ambachtelijke kennis innemen, met alle naweeën van dien. Onbeholpen, zware, ronde, hardsteenen balusters met banden en tierlantijnen zonder eenig verband. Ondanks alle pogingen schoonheid te bereiken, blijft de indruk burgerlijk. Duidelijk wordt bewezen dat architec tuur niet moet worden gezocht, doch als vanzelf sprekend moet ontluiken uit het ambachtelijke. Vóór deze brug waren er twee bruggen uit het architecten potlood ontstaan: de Hooge Sluis en de Blauwbrug, beide vreemdelingen in Amsterdam. Parijs was hun geboorte plaats, in dien zin, dat, toen door de bezieling van Dr Sar- phati Amsterdam uit haar dommel ontwaakte, het zich vernieuwende Parijs het voorbeeld werd, waarop aller oogen zich vestigden. De Hooge Sluis is de beste van de twee. (Afb. 62). Niet alleen op zichzelf, maar meer, omdat zij in het stadsbeeld past; zij is de schakel in de, naar Fransch voorbeeld ge bouwde Sarphatistraat. In 1883 verving zij de oude Hooge- sluis. Toen stond het Paleis voor Volksvlijt (1855—1860), het middelpunt van het geheel moderne stadbeeld er al. Het Amstelhotel, een zelfstandige, knappe, ofschoon op de Fransche Renaissance geïnspireerde schepping van den architect C. Outshoorn, die ook de architect van het Paleis voor Volksvlijt was, kwam kort daarna in 1867 gereed. De Hooge Sluis is dus de „Dritte im Bunde". Zij smeedt de beide monumentale bouwwerken aaneen. De oude „Hooge Sluis", officieel „Amstelbrug" geheeten, moest voor haar plaats maken; dit moderne stadsbeeld kon 91

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 102