potten met bloemen gevuld, meerminnen en meer
mannen, vlinders en vogels. De zijkanten zijn be-
lijmd met effen notenhout-fineer; de geprofileerde
lijsten zijn van massief hout uitgevoerd. Het on
derstuk heeft het type van vlakke kast, doch het
bovenstuk heeft laden en in het midden twee deur
tjes, waarachter een perspectivisch gebouwd too-
neel met tuindécors, herinnerend aan den Fran-
schen tuinarchitect onder Lodewijk XIV, Le Nótre.
14. Friesche kast van eikenhout op bolpooten is
opgebouwd uit een plint met laden en drie sok
kels, waarop de halve kolommen met versierden
schachtvoet en korinthische kapiteelen rusten.
Daarboven bekroont een forsche kap, samengesteld
uit architraaf, bolfries en sterk overstekende dek-
lijst, het geheel. De poortvormige deurpaneelen
hebben vlakke pilasters met versierden voet en
cannelures. Zij worden boven verbonden door lof
werk. Het wat grove snijwerk bestaat uit acanthus
ranken met pikkende vogels en maskers.
15. Tafel. Deze is van gefineerd notenhout. De
zesvlakkige balusterpooten zijn onderling verbon
den door een geschulpt gaffelkruis.
16. Armstoel van notenhout. De geslingerde pooten
worden onderbroken door huizen, waarin de voor-
sport en de dwarsregels van het I-vormig kruis ver
gaard zijn. De armleggers zijn golvend en grijpen
met een voluutkrul over den stut heen. Zitting en
rug zijn bekleed met zwart geperst bloemtrijp.
17. Armstoel van notenhout. De voluutpooten,
met acanthusbladeren, zijn onderling verbonden
door x-vonnig kruis en hebben aan de voor
zijde een rijk versierde sport. Zij eindigen boven
in een huis, waarin de zittingregels vergaard zijn.
94