met vrijstaande beeldjes. De pilasters zijn versierd
met aan linten hangende ranken (verg. de ran-
kenkast)de boogzwikken en het fries met lofwerk,
waarin engeltjes, dieren, cartouches en bloemslin
gers.
7. Schoorsteen uit een huis der W.I.C. Twee
grijs marmeren kolommen met wit marmeren kapi-
teelen (toskaansche orde) en dergelijke pilasters
dragen den eikenhouten mantel, bestaande uit een
hoofdgestel (ionische orde) met een gebeeldhouwd
fries, waarop bloemtrossen en een maskercar
touche met het monogram der Compagnie. Het
vloertje met oranje plavuizen behoort bij den
schoorsteen; de tegels en haardplaat (1653) niet.
8. Betimmering uit het Leprozenhuis. Zij be
staat uit een rhythmische indeeling van pilasters
en vakken, waarvan twee als deuren voor een
muurkast en een als deur voor een doorgang dienst
doet. De pilasters (ionische orde) zijn versierd met
aan linten hangende bloemranken, de vakken met
kussenpaneelen, en het fries met rankenornament.
Oorspronkelijk was deze betimmering groenblauw,
met wit afgezet, geverfd.
9. Kolomkussenkast. Rustend op balpooten, gaan
op overhoeksche en in het midden geplaatste
sokkels met spekstukken vrijstaande kolommen
(korintische orde) omhoog, die de schoorsteen
kap dragen. In den voet zijn twee laden en
in het lijf twee deuren met ojiefvormig geprofileerde
kussenpaneelen. De kap heeft een architraaf met
lofwerk en een fries dat uit telkens overstekende
profielen bestaat, waarop leeuwen- en gevleugelde
engelenkoppen. De afdeklijst vertoont in het mid
den een cartouche met maskers en ranken.
92