globes, een clavier en in rijke kleeding gestoken poppen, o.a. een Waterlandsche boer op visite bij regenten. 4. Binnenhuis, omstreeks 1660. Het hooge ver trek heeft een planken vloer, en wanden die boven het plint bekleed zijn met donker goudleer, waarop schilderijen hangen. Het daarboven gelegen muur vlak is geheel versierd met groote schilderijen in donkere lijsten. De schoorsteen met getorste ko lommen heeft een houten kap, op klassieke wijze geprofileerd en aan de onderzijde met een flu- weelen val. Het ledikant wordt overhuifd door een hoogen hemel, gedragen op gedraaide stijlen, die bekroond worden door gesneden houten vogels. Tegen den achterwand staat een geopende kunst- kast op tafelvormig onderstel. 5. Gang in het huis „de Globe". In het met marmeren tegels bevloerde voorhuis, waarvan de wanden gewit zijn boven het tegel plint, en de zol dering bestaat uit moer- en kinderbinten, mondt uit de gang naar het achterhuis. Deze wordt architec tonisch afgesloten door een houten pui (korintische orde), bestaande uit links en rechts op sokkels ge stelde pilasters met een driedeelig hoofdgestel, waarvan het fries gebogen is. Het geheel is af gedekt door een barokke bekroning met cartouche en alliantiewapen. In de gang komt nog tweemaal zoo'n houten pui met lofwerk voor, zoodat ze archi tectonisch in ruimtevakken verdeeld is. 6. Binnenpui. Deze bestaat uit twee poortdoor gangen ter afsluiting van een rechte steektrap en een gang. Twee wand- en een vrijstaande pijler worden afgedekt door een hoofdgestel, waarboven zijn aangebracht twee zware driehoekige frontons 91

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 89