vorm, die verbonden zijn en in één of twee krullen
eindigen op den grond. Al deze pooten zijn met
veel lofwerk versierd.
De gueridon, reeds in het vorige tijdvak beschreven,
is vooral in deze eeuw in gebruik als bijzettafeltje.
Hij behoudt <zijn ronden of ovalen vorm voor het
blad, dat op vier, drie of èèn poot gedragen wordt.
De stomme knecht is eveneens een bijzettafeltje
veelal rond in grondplan dat tijdens de maal
tijden in gebruik is. Het heeft 2 of 3 boven elkaar
aangebrachte bladen, waarop schotels en etensgerei
geplaatst kunnen worden.
Voor de werkmeubels blijft het notenhout, massief
of gefineerd, het belangrijke materiaal. Eerst tegen
het midden der eeuw komt het mahoniehout in
trek. Bij luxe-tafels ziet men de bladen met mar-
queterie gefineerd en de pooten ook verguld.
Meer nog dan het vorige huisraad toont het zit
meubel een groote variatie van typen in het verloop
der 18e eeuw. Blijft aanvankelijk de zucht naar
het representatieve zich uiten in een zekere lust tot
pronk, zoo groeit meer en meer een verlangen naar
een verfijnde levenssfeer. Deze gaat gepaard met
een zoeken naar geraffineerd comfort, wat hier
voor alles beteekent: gemakkelijk zitten.
De stoel met vier pooten en rugleuning blijft
het meest gangbare zitmeubel. Het eenvoudige
type, zooals men het thans: keuken-, boeren- of
Brabantsche stoel noemt, handhaaft zijn vroeger
verkregen vorm en wordt alom gezien in het een
voudig burgergezin. Als massameubel is deze stoel
opgebouwd uit gedraaide pooten, sporten en rug-
81
4. ZITMEUBEL
6