1750
deksel tegen het smalle horizontale bovenblad.
Als grondstof voor al deze bergmeubels blijft het
eikenhout als kernhout in gebruik, dat hoofd
zakelijk gefineerd wordt met wortelnotenhout.
De tafel, gelijk wij die in de 17e eeuw zagen als
een zwaar en moeilijk te verplaatsen meubel, heeft
afgedaan. Wel ziet men de groote eettafel, doch
waar deze steeds bedekt wordt door een kleed, is
de vorm uiterst eenvoudig. Nu men een grooter
comfort aan het leven stelt, worden meer de kleine
tafels verlangd, die gemakkelijk te verplaatsen zijn.
Naar gelang het doel waarvoor ze gebruikt worden,
hebben zij haar eigen vormen. In het algemeen
rusten zij op vier pooten en het zijn juist deze
pooten, welke het meest bijdragen tot het stijl
karakteristiek van dit meubel. In het le kwart der
79
1710 1720 1730
r
3. WERKMEUBEL
Tafelpooten; le helft 18e eeuw.