gordijnen zijn afgezet met passementen en aan den bedhemel hangt een uitgeschulpte „lambre- quin". De kist, eens het belangrijkste meubel van het bin nenhuis, wordt thans alleen in ondergeschikte ver trekken aangetroffen. Veelal van hard hout uit Oost- of West-Indië afkomstig, is zij nog een uit stekend meubel voor het bergen van kleeren, lin nengoed en dekens; echter aan haar uiterlijk wordt geen bijzondere zorg meer besteed. Als reiskoffer (Fransch: bahut) is ze vaak met leer bekleed, dat op hout bevestigd is met kleine koperen spijkers, die te zamen een ornamentale versiering vormen. Het buffet in zijn vroegere gedaante verdwijnt. Wel ziet men in de kamer een hoekbuffet, dat herinnert aan den ouden credence-vorm voor zoover betreft dezen trapsgewijzen opbouw met planken of boor den, waarop gebruiks- en luxe voorwerpen pralen. Als versiering wordt daarbij een afhangend lam- brequin-motief toegepast. Ook de openstaande alcoof zonder ledikant doet dienst als pronkbuffet, vooral om zilveren en andere gebruiksvoorwerpen, evenals rariteiten, gezien de verzamelwoede van dien tijd, uit te stallen. De kast in den vorm van het twee- of vierdeurs meubel uit het voorafgaand tijdvak, even boven den grond beginnend en afgedekt met een klassieke rechte kroonlijst, verhuist naar de ondergeschikte vertrekken. Ze blijft daar uitstekend dienst doen als bergmeubel, echter nieuwe kasten van dezen vorm worden niet meer gemaakt. Het kabinet neemt algemeen de plaats in van de 74 2. BERGMEUBEL

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 72