w anneer men Deel I overziet, Valt het op dat het
karakteristiek der vormverschijning bij binnenhuis
en meubels op het einde der Middeleeuwen voor
geheel West-Europa dezelfde is. In het kunstzinnig
gebeuren wordt deze periode later met den naam
„gothiek" bestempeld. Eerst langzamerhand kristal
liseert zich hieruit een meer nationale stijl, die zich
ontplooit ten tijde dat ons volk den strijd om de
vrijheid tegen Spanje voerde. Wij eindigden toen
met te zeggen, dat om het midden der 17e eeuw dit
alles zich voltrokken had en de jongere beweging
in de binnenhuiskunst, die toen inzette, nog wel niet
haar lokaal karakter verloor, doch dat het woord
nationaal hiervoor niet meer zou gelden, wijl de in
vloed uit den vreemde te sterk werd. Niet moet dit
gezocht worden in het zien van werken in of uit
den vreemde, doch veeleer in het feit dat de
gansche atmosfeer geladen was door een vereering
van alles, wat uit Frankrijk kwam, hoever de Neder
lander er staatkundig van verwijderd, ja zelfs soms
vijandig tegenover stond.
EEN WOORD VOORAF
Teneinde de stof overzichtelijk te maken, is zij in
gedeeld in tijdvakken omvattend de 2e helft der 17e
eeuw en de le helft der 18e eeuw. De onderdeelen
der omgeving en de groepeering der meubels her
halen zich daarbij steeds in dezelfde volgorde.
7