komst met de tafel der linnenpers, maar men ziet het ook met geslingerde of getorste pooten. Het kabinet (verkleinwoord van cabine hut, ver trekje) is aanvankelijk een ladenkast op hooge poo ten voor het bergen van schrifturen, lijfsieraden, juweelen en andere kostbare voorwerpen. Vandaar dat het verscheidene laatjes en kastjes heeft, die al of niet te samen worden afgesloten door een paar groote deuren. Hoewel dit meubel als schrijf- of Spaansch cabinet reeds in de 16e eeuw voor komt, krijgt het in het laatste kwart der 17e eeuw een eigen vorm, toen de marqueterie-techniek hiervoor geëigend bleek. Wij zagen reeds hoe dit fineerwerk zooveel mogelijk platte vlakken vraagt. In verge lijking met de Nederlandsche kast is het daarom veel minder op het architectonische dan op het schilderachtige effect ingesteld, hoewel dit kabi net, gelijk de, kast, uit: plint, lijf en kroonlijst is samengesteld. Zijn vlakken zijn geheel ge fineerd, waarbij stermarqueterie uitgaat van een streng geometrisch vormenspel. Sterren, veel hoeken, cirkels, ellipsen, hartvormen omringd door parellijstjes en biezen, zijn gelegd in een fond van wortelhouten fineerbladen, welke laatste gelijmd zijn op een kern van eikenhout. De bloemmarque- terie in Frankrijk „style des Pays-Bas" ge noemd, hoewel in Frankrijk ontstaan zoekt haar kracht in bloemmotieven. Als middenstuk fungeeren hierbij bloemkorven, vazen en schotels rtiet bou- quetten van tulpen, rozen, anjelieren door ranken en bladeren samengebundeld en met vogels en vlinders, kinkhoorns en schelpen omringd. De vormen der pooten komen overeen met de toen gangbare tafelpooten. Zoo ziet men, behalve de 40

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 38