pilasters en het fries zijn daarbij vaak versierd met
lofwerk, nu eens bestaande uit bloem-, blad- en
vruchtentrossen of slingers, dan weer uit wapens
en andere voorwerpen tot tropheeën vereenigd. Is
de kamer geverfd, dan heeft men het houtwerk van
den schoorsteen veelal in de kleur mee geschilderd.
De achterwand van den stoel versiert men nog
steeds met- tegels en verft daarop in het midden
een zwarte baan, waarlangs de rook strijkt.
Tegen het einde der eeuw ontstaat een nieuw type,
dat in het volgend tijdperk tot ontplooiing komt.
komt.
C. HUISRAAD
Het begrip huisraad is veelomvattend. Wij echter
zullen ons bepalen, evenals in Deel I, tot de groote
.losse" meubels die algemeen in gebruik zijn.
De overgang van de betimmering naar het huis
raad vormt het „vaste" meubel dat spijkervast is,
tegenover het gemakkelijk verplaatsbare „losse"
meubel, te groepeeren in berg-, werk- en zitmeubel.
Het bed neemt nog altijd bij alle kamers een voor
name plaats in, hoewel het op het eind der eeuw
in het heerenhuis uit de woonkamers meer en meer
verdwijnt. Wel heeft het nog een directe aansluiting
met deze vertrekken daar de alcoof in gebruik komt,
die den laatsten vorm van bedstede aanduidt.
De bedstede, een vastgetimmerde, blijft zich hand
haven in het eenvoudige burgerhuis, waar zij wordt
afgesloten door een omlijsting en deuren in over
eenstemming met de omgeving.
34
1. VAST MEUBEL