r i f l l wandvlak en kroonlijst. Volgens de breedte wordt ze ingedeeld door rhythmisch zich herhalende „tra veeën" of vakken, die in dit geval gevormd worden door pilasters of halfzuilen, waartusschen „stijl- en regelwerk" met paneelen toegepast wordt. De pilasters zijn daarbij al of niet versierd met han gende bloem- en vruchtentrossen of met tropheeën van allerlei voorwerpen. Het paneel bestaat nu uit een „bossing" (rechte of schuine omranding) en één groot „kussen". Boven dit alles dekt een zware kroonlijst het geheel af, met een „verkrop ping" of voorsprong boven eiken pilaster. Om berg ruimte te verkrijgen maakt men soms over de volle hoogte een muurkast, zoodat de geheele travee als deur opendraait; de pilaster of half zuil doet dan dienst als „slaglijst", waardoor de naad bedekt wordt. De kamerdeuren zijn in dien zelfden geest statig omlijst met pilasters of halfzuilen, en hebben eenzelfde indeeling met kussenpaneelen. De vensters zijn kruiskozijnen met vaste boven ramen en met buitenluiken voor de naar binnen draaiende onderramen. Zij worden gedicht met „glas-in-lood", bestaande uit blank of even-getint glas, gevat in een eenvoudige loodverdeeling. Bij rijkere uitvoering ziet men daarin een middenstuk. 30 III lil 11! II! III IlltjIJI pfiïTiii lil lil lil w I» in ui ui ui lihltu uClll IIIIIIIIIIIIIII1 Hoofdgestel of kroonlijst met plaatselijke vertrapping boven de pilasters; 2e helft 17e eeuw.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 28